Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

inseguire
Il cowboy insegue i cavalli.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

parlare
Non bisognerebbe parlare troppo forte al cinema.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

parlare a
Qualcuno dovrebbe parlare con lui; è così solo.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

tradurre
Lui può tradurre tra sei lingue.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.

inviare
Questa azienda invia merci in tutto il mondo.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

accadere
Nelle sogni accadono cose strane.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

lasciare intatto
La natura è stata lasciata intatta.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.

ricordare
Il computer mi ricorda i miei appuntamenti.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

nominare
Quanti paesi puoi nominare?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

attraversare
L’auto attraversa un albero.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.

annotare
Vuole annotare la sua idea imprenditoriale.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
