Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/33463741.webp
aprire
Puoi per favore aprire questa lattina per me?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/63457415.webp
semplificare
Devi semplificare le cose complicate per i bambini.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/123546660.webp
controllare
Il meccanico controlla le funzioni dell’auto.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/119188213.webp
votare
Gli elettori stanno votando sul loro futuro oggi.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
cms/verbs-webp/118026524.webp
ricevere
Posso ricevere una connessione internet molto veloce.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/65840237.webp
inviare
La merce mi verrà inviata in un pacco.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/100585293.webp
girarsi
Devi girare la macchina qui.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/90821181.webp
battere
Ha battuto il suo avversario a tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/11497224.webp
rispondere
Lo studente risponde alla domanda.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/61575526.webp
fare spazio
Molte vecchie case devono fare spazio per quelle nuove.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/83776307.webp
trasferirsi
Mio nipote si sta trasferendo.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/73649332.webp
urlare
Se vuoi essere sentito, devi urlare il tuo messaggio forte.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.