Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

aprire
Puoi per favore aprire questa lattina per me?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

semplificare
Devi semplificare le cose complicate per i bambini.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.

controllare
Il meccanico controlla le funzioni dell’auto.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

votare
Gli elettori stanno votando sul loro futuro oggi.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

ricevere
Posso ricevere una connessione internet molto veloce.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.

inviare
La merce mi verrà inviata in un pacco.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

girarsi
Devi girare la macchina qui.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.

battere
Ha battuto il suo avversario a tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

rispondere
Lo studente risponde alla domanda.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.

fare spazio
Molte vecchie case devono fare spazio per quelle nuove.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

trasferirsi
Mio nipote si sta trasferendo.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
