Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/99602458.webp
limigi
Ĉu oni devus limigi komercon?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/120452848.webp
scii
Ŝi scias multajn librojn preskaŭ memore.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
cms/verbs-webp/46565207.webp
prepari
Ŝi preparis al li grandan ĝojon.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/120220195.webp
vendi
La komercistoj vendas multajn varojn.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/101945694.webp
dormi pli longe
Ili volas fine dormi pli longe unu nokton.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/26758664.webp
ŝpari
Miaj infanoj ŝparis sian propran monon.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/117897276.webp
ricevi
Li ricevis salajralton de sia ĉefo.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
cms/verbs-webp/102114991.webp
tranĉi
La harstilisto tranĉas ŝian hararon.
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/78932829.webp
subteni
Ni subtenas la kreademon de nia infano.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/118483894.webp
ĝui
Ŝi ĝuas la vivon.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/81025050.webp
batali
La sportistoj batalas kontraŭ unu la alian.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/57207671.webp
akcepti
Mi ne povas ŝanĝi tion, mi devas akcepti ĝin.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.