Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/96710497.webp
superi
Balenoj superas ĉiujn bestojn laŭ pezo.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/47241989.webp
serĉi
Kion vi ne scias, vi devas serĉi.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/90539620.webp
pasi
La tempo foje pasas malrapide.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/91643527.webp
bloki
Mi estas blokita kaj ne povas trovi elirejon.
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.
cms/verbs-webp/88597759.webp
premi
Li premas la butonon.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/108014576.webp
revidi
Ili fine revidas unu la alian.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/105623533.webp
devi
Oni devus trinki multe da akvo.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
cms/verbs-webp/112286562.webp
labori
Ŝi laboras pli bone ol viro.
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/104167534.webp
posedas
Mi posedas ruĝan sportaŭton.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/106725666.webp
kontroli
Li kontrolas kiu loĝas tie.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/91930542.webp
haltigi
La policistino haltigas la aŭton.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/109157162.webp
fariĝi facila
Surfado fariĝas facila por li.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.