Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

repræsentere
Advokater repræsenterer deres klienter i retten.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

skubbe
De skubber manden i vandet.
duwen
Ze duwen de man het water in.

bruge penge
Vi skal bruge mange penge på reparationer.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.

trække op
Helikopteren trækker de to mænd op.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

ringe
Pigen ringer til sin ven.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.

bære
Æslet bærer en tung byrde.
dragen
De ezel draagt een zware last.

gå igennem
Kan katten gå igennem dette hul?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

drikke
Køerne drikker vand fra floden.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.

tælle
Hun tæller mønterne.
tellen
Ze telt de munten.

arbejde på
Han skal arbejde på alle disse filer.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

glemme
Hun har nu glemt hans navn.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
