Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

zrušit
Let je zrušen.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

uplynout
Středověký období již uplynulo.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

odvážit se
Neodvážím se skočit do vody.
durven
Ik durf niet in het water te springen.

vrátit se
Otec se vrátil z války.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

chránit
Helma má chránit před nehodami.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

odpovědět
Vždy odpovídá jako první.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

vystačit
Musí vystačit s málo penězi.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

investovat
Do čeho bychom měli investovat naše peníze?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

tisknout
Knihy a noviny se tisknou.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.

pokazit se
Dnes se všechno pokazilo!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!

stačit
To stačí, otravuješ!
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
