Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

ztratit se
V lese je snadné se ztratit.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

zrušit
Let je zrušen.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.

ochutnat
Hlavní kuchař ochutnává polévku.
proeven
De chef-kok proeft de soep.

volat
Chlapec volá tak nahlas, jak může.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

potěšit
Gól potěšil německé fotbalové fanoušky.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

cestovat
Rád cestuje a viděl mnoho zemí.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.

začít
Vojáci začínají.
beginnen
De soldaten beginnen.

snídat
Rádi snídáme v posteli.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

spravovat
Kdo spravuje peníze ve vaší rodině?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

zkoumat
Astronauti chtějí zkoumat vesmír.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.

zapsat
Chce si zapsat svůj podnikatelský nápad.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
