Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

poskakovat
Dítě veselě poskakuje.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

nahlásit
Všichni na palubě nahlásí kapitánovi.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

míchat
Různé ingredience je třeba míchat.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

spát
Dítě spí.
slapen
De baby slaapt.

parkovat
Kola jsou zaparkována před domem.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

trénovat
Profesionální sportovci musí trénovat každý den.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.

odkazovat
Učitel odkazuje na příklad na tabuli.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.

mluvit
V kině by se nemělo mluvit nahlas.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

vyskočit
Ryba vyskočí z vody.
uitspringen
De vis springt uit het water.

poškodit
V nehodě byly poškozeny dva automobily.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.

vyhynout
Mnoho zvířat dnes vyhynulo.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
