Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

vytáhnout
Jak chce vytáhnout tu velkou rybu?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?

mluvit s
S ním by měl někdo mluvit; je tak osamělý.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

zpívat
Děti zpívají písničku.
zingen
De kinderen zingen een lied.

zahnout
Můžete zahnout vlevo.
draaien
Je mag naar links draaien.

vytáhnout
Helikoptéra vytahuje dva muže nahoru.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

šustit
Listí šustí pod mýma nohama.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.

spát
Dítě spí.
slapen
De baby slaapt.

odpovědět
Vždy odpovídá jako první.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

rozebrat
Náš syn všechno rozebírá!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

obohatit
Koření obohacuje naše jídlo.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

nabídnout
Co mi nabízíš za mou rybu?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
