Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/77646042.webp
zažgati
Denarja ne bi smeli zažgati.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/124320643.webp
težko najti
Oba se težko poslovita.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/105681554.webp
povzročiti
Sladkor povzroča mnoge bolezni.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/84476170.webp
zahtevati
Od osebe, s katero je imel nesrečo, je zahteval odškodnino.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/123619164.webp
plavati
Redno plava.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/118008920.webp
začeti
Za otroke se šola pravkar začenja.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/119913596.webp
dati
Oče želi sinu dati nekaj dodatnega denarja.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
cms/verbs-webp/100585293.webp
obrniti
Avto morate tukaj obrniti.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/32312845.webp
izključiti
Skupina ga izključi.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/56994174.webp
priti ven
Kaj pride iz jajca?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/103797145.webp
zaposliti
Podjetje želi zaposliti več ljudi.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/122079435.webp
povečati
Podjetje je povečalo svoj prihodek.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.