Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

behøve
Jeg er tørstig, jeg behøver vand!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!

tale
Han taler til sit publikum.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.

fare vild
Det er let at fare vild i skoven.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

diskutere
De diskuterer deres planer.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.

logge ind
Du skal logge ind med dit kodeord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

skubbe
De skubber manden i vandet.
duwen
Ze duwen de man het water in.

røre
Landmanden rører ved sine planter.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.

arbejde
Hun arbejder bedre end en mand.
werken
Ze werkt beter dan een man.

dræbe
Jeg vil dræbe fluen!
doden
Ik zal de vlieg doden!

tage parti for
De to venner vil altid tage parti for hinanden.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

sende
Jeg sendte dig en besked.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
