Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/108991637.webp
vengti
Ji vengia savo kolegos.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/102304863.webp
spirti
Atsargiai, arklys gali spirti!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/99592722.webp
sudaryti
Mes kartu sudarome gerą komandą.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/90554206.webp
pranešti
Ji praneša apie skandalą savo draugei.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/46385710.webp
priimti
Čia priimamos kreditinės kortelės.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/123519156.webp
praleisti
Ji praleidžia visą savo laisvą laiką lauke.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/106608640.webp
naudoti
Net maži vaikai naudoja planšetinius kompiuterius.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/11497224.webp
atsakyti
Studentas atsako į klausimą.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/121112097.webp
dažyti
Aš nudažiau tau gražią paveikslėlį!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/14606062.webp
turėti teisę
Senyvo amžiaus žmonės turi teisę į pensiją.
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
cms/verbs-webp/81986237.webp
maišyti
Ji maišo vaisių sulčias.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/90309445.webp
vykti
Laidotuvės vyko priešvakar.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.