Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/87142242.webp
pakaboti
Hamakas pakabotas nuo lubų.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/123237946.webp
įvykti
Čia įvyko avarija.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/92266224.webp
išjungti
Ji išjungia elektros energiją.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/121180353.webp
prarasti
Palauk, tu praradai savo piniginę!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/104849232.webp
gimdyti
Ji netrukus pagims.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/99592722.webp
sudaryti
Mes kartu sudarome gerą komandą.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/85191995.webp
sutarti
Baikite kovą ir pagaliau sutarkite!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/118064351.webp
vengti
Jis turi vengti riešutų.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
cms/verbs-webp/108014576.webp
matyti
Jie pagaliau vėl mato vienas kitą.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/86196611.webp
užvažiuoti
Deja, daug gyvūnų vis dar užvažiuojami automobiliais.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/20225657.webp
reikalauti
Mano anūkas iš manęs reikalauja daug.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/58477450.webp
nuomotis
Jis nuomoja savo namą.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.