Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws
pakaboti
Hamakas pakabotas nuo lubų.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
įvykti
Čia įvyko avarija.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
išjungti
Ji išjungia elektros energiją.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
prarasti
Palauk, tu praradai savo piniginę!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
gimdyti
Ji netrukus pagims.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
sudaryti
Mes kartu sudarome gerą komandą.
vormen
We vormen samen een goed team.
sutarti
Baikite kovą ir pagaliau sutarkite!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
vengti
Jis turi vengti riešutų.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
matyti
Jie pagaliau vėl mato vienas kitą.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
užvažiuoti
Deja, daug gyvūnų vis dar užvažiuojami automobiliais.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
reikalauti
Mano anūkas iš manęs reikalauja daug.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.