Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/78773523.webp
padidinti
Gyventojų skaičius žymiai padidėjo.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/33599908.webp
tarnauti
Šunys mėgsta tarnauti savo šeimininkams.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/99207030.webp
atvykti
Lėktuvas atvyko laiku.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/115373990.webp
pasirodyti
Vandenyje staiga pasirodė didelis žuvis.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/120900153.webp
išeiti
Vaikai pagaliau nori išeiti laukan.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/68841225.webp
suprasti
Aš tavęs nesuprantu!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/129235808.webp
klausytis
Jam patinka klausytis savo nėščios žmonos pilvo.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/110056418.webp
kalbėti
Politikas kalba daugelio studentų akivaizdoje.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/63645950.webp
bėgti
Ji kas rytą bėga ant paplūdimio.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/17624512.webp
priprasti
Vaikams reikia priprasti šepetėti dantis.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/33688289.webp
įleisti
Niekada negalima įleisti nepažįstamųjų.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/117953809.webp
kęsti
Ji negali kęsti dainavimo.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.