Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/44848458.webp
stop
Jy moet by die rooi lig stop.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/99592722.webp
vorm
Ons vorm ’n goeie span saam.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/123619164.webp
swem
Sy swem gereeld.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/31726420.webp
draai na
Hulle draai na mekaar toe.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/119289508.webp
hou
Jy kan die geld hou.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/118868318.webp
hou van
Sy hou meer van sjokolade as van groente.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/84850955.webp
verander
Baie het verander as gevolg van klimaatsverandering.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/118483894.webp
geniet
Sy geniet die lewe.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/95625133.webp
liefhê
Sy is baie lief vir haar kat.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hang af
Die hangmat hang af van die plafon.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/130814457.webp
voeg by
Sy voeg ’n bietjie melk by die koffie.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/77883934.webp
genoeg wees
Dit is genoeg, jy irriteer!
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!