Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/119425480.webp
dink
Jy moet baie dink in skaak.
denken
Je moet veel denken bij schaken.
cms/verbs-webp/120655636.webp
opdateer
Deesdae moet jy jou kennis voortdurend opdateer.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/117658590.webp
uitsterf
Baie diere het vandag uitgesteek.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/117890903.webp
antwoord
Sy antwoord altyd eerste.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drink
Sy drink tee.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hang
Albei hang aan ’n tak.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/108556805.webp
kyk af
Ek kon van die venster af op die strand afkyk.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wag
Sy wag vir die bus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/58292283.webp
eis
Hy eis vergoeding.
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/93150363.webp
wakker word
Hy het pas wakker geword.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/107996282.webp
verwys
Die onderwyser verwys na die voorbeeld op die bord.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/21689310.webp
roep op
My onderwyser roep my dikwels op.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.