Woordenlijst

Leer bijwoorden – Afrikaans

cms/adverbs-webp/121005127.webp
in die oggend
Ek het baie stres by die werk in die oggend.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
amper
Die tenk is amper leeg.
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Die glas is half leeg.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
af
Sy spring af in die water.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
môre
Niemand weet wat môre sal wees nie.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnekort
‘n Kommersiële gebou sal hier binnekort geopen word.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
uit
Die siek kind mag nie uitgaan nie.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
die hele dag
Die ma moet die hele dag werk.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Sy wil slaap en het genoeg van die geraas.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/145489181.webp
miskien
Sy wil miskien in ‘n ander land woon.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Mens moet nooit opgee nie.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gister
Dit het gister hard gereën.
gisteren
Het regende hard gisteren.