Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/118228277.webp
raus
Er will gern raus aus dem Gefängnis.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
dorthin
Gehen Sie dorthin, dann fragen Sie wieder.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
oft
Tornados sieht man nicht oft.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
hinab
Sie springt hinab ins Wasser.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nirgendwohin
Diese Schienen führen nirgendwohin.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weiß, was morgen sein wird.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ebenfalls
Ihre Freundin ist ebenfalls betrunken.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
zu viel
Er hat immer zu viel gearbeitet.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
gleich
Diese Menschen sind verschieden, aber gleich optimistisch!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
cms/adverbs-webp/7769745.webp
nochmal
Er schreibt alles nochmal.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nie
Geh nie mit Schuhen ins Bett!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!