Woordenlijst
Leer bijwoorden – Duits

raus
Er will gern raus aus dem Gefängnis.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

dorthin
Gehen Sie dorthin, dann fragen Sie wieder.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

oft
Tornados sieht man nicht oft.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

hinab
Sie springt hinab ins Wasser.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

nirgendwohin
Diese Schienen führen nirgendwohin.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

morgen
Niemand weiß, was morgen sein wird.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

ebenfalls
Ihre Freundin ist ebenfalls betrunken.
ook
Haar vriendin is ook dronken.

zu viel
Er hat immer zu viel gearbeitet.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

gleich
Diese Menschen sind verschieden, aber gleich optimistisch!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

nochmal
Er schreibt alles nochmal.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
