Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/128130222.webp
miteinander
Wir lernen miteinander in einer kleinen Gruppe.
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
darauf
Er klettert aufs Dach und setzt sich darauf.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
zusammen
Die beiden spielen gern zusammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
wirklich
Kann ich das wirklich glauben?
echt
Kan ik dat echt geloven?
cms/adverbs-webp/176427272.webp
herab
Er stürzt von oben herab.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weiß, was morgen sein wird.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
jederzeit
Sie können uns jederzeit anrufen.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
immer
Hier war immer ein See.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
etwas
Ich sehe etwas Interessantes!
iets
Ik zie iets interessants!
cms/adverbs-webp/76773039.webp
zu viel
Die Arbeit wird mir zu viel.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kann man alle Flaggen der Welt sehen.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.