Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/123249091.webp
zusammen
Die beiden spielen gern zusammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lange
Ich musste lange im Wartezimmer warten.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nie
Geh nie mit Schuhen ins Bett!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/23708234.webp
richtig
Das Wort ist nicht richtig geschrieben.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
auch
Der Hund darf auch am Tisch sitzen.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
jemals
Hast du jemals alles Geld mit Aktien verloren?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
cms/adverbs-webp/142768107.webp
niemals
Man darf niemals aufgeben.
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
jetzt
Soll ich ihn jetzt anrufen?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/96549817.webp
fort
Er trägt die Beute fort.
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
darauf
Er klettert aufs Dach und setzt sich darauf.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
hinüber
Sie will mit dem Roller die Straße hinüber.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
wirklich
Kann ich das wirklich glauben?
echt
Kan ik dat echt geloven?