Woordenlijst

Leer bijwoorden – Sloveens

cms/adverbs-webp/155080149.webp
zakaj
Otroci želijo vedeti, zakaj je vse tako, kot je.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
na primer
Kako vam je všeč ta barva, na primer?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/178180190.webp
tja
Pojdi tja, nato vprašaj znova.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
preveč
Delo mi postaja preveč.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
spodaj
On leži spodaj na tleh.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
malo
Želim malo več.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
skupaj
Oba rada igrata skupaj.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
jutri
Nihče ne ve, kaj bo jutri.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
ampak
Hiša je majhna, ampak romantična.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
dovolj
Hoče spati in ima dovolj hrupa.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
preveč
Vedno je preveč delal.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
prej
Bila je debelejša prej kot zdaj.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.