Woordenlijst
Leer bijwoorden – Sloveens

zakaj
Otroci želijo vedeti, zakaj je vse tako, kot je.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

na primer
Kako vam je všeč ta barva, na primer?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

tja
Pojdi tja, nato vprašaj znova.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

preveč
Delo mi postaja preveč.
te veel
Het werk wordt me te veel.

spodaj
On leži spodaj na tleh.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.

malo
Želim malo več.
een beetje
Ik wil een beetje meer.

skupaj
Oba rada igrata skupaj.
samen
De twee spelen graag samen.

jutri
Nihče ne ve, kaj bo jutri.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

ampak
Hiša je majhna, ampak romantična.
maar
Het huis is klein maar romantisch.

dovolj
Hoče spati in ima dovolj hrupa.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

preveč
Vedno je preveč delal.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
