Woordenlijst

Leer bijwoorden – Portugees (BR)

cms/adverbs-webp/40230258.webp
demais
Ele sempre trabalhou demais.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
muito
A criança está muito faminta.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
demais
O trabalho está se tornando demais para mim.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
amanhã
Ninguém sabe o que será amanhã.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
quase
Está quase meia-noite.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
à noite
A lua brilha à noite.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
não
Eu não gosto do cacto.
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
em breve
Um edifício comercial será inaugurado aqui em breve.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
embora
Ele leva a presa embora.
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
fora
Estamos comendo fora hoje.
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
muito
Eu leio muito mesmo.
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
Vá lá, depois pergunte novamente.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.