Woordenlijst
Leer bijwoorden – Portugees (BR)

primeiro
A segurança vem em primeiro lugar.
eerst
Veiligheid komt eerst.

pela manhã
Tenho que me levantar cedo pela manhã.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

muito
A criança está muito faminta.
erg
Het kind is erg hongerig.

todos
Aqui você pode ver todas as bandeiras do mundo.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.

meio
O copo está meio vazio.
half
Het glas is half leeg.

algo
Vejo algo interessante!
iets
Ik zie iets interessants!

a qualquer momento
Você pode nos ligar a qualquer momento.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.

à noite
A lua brilha à noite.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.

o suficiente
Ela quer dormir e já teve o suficiente do barulho.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.

novamente
Eles se encontraram novamente.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.

quase
Está quase meia-noite.
bijna
Het is bijna middernacht.
