Woordenlijst
Leer bijwoorden – Deens
igen
De mødtes igen.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
hvorfor
Børn vil vide, hvorfor alt er, som det er.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
nok
Hun vil sove og har fået nok af støjen.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
der
Gå derhen, og spørg derefter igen.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
altid
Der var altid en sø her.
altijd
Hier was altijd een meer.
også
Hunden må også sidde ved bordet.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
alle
Her kan du se alle verdens flag.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
halvt
Glasset er halvt tomt.
half
Het glas is half leeg.
ikke
Jeg kan ikke lide kaktussen.
niet
Ik hou niet van de cactus.
først
Sikkerhed kommer først.
eerst
Veiligheid komt eerst.
længe
Jeg måtte vente længe i venteværelset.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.