Woordenlijst

Leer bijwoorden – Fins

cms/adverbs-webp/80929954.webp
enemmän
Vanhemmat lapset saavat enemmän taskurahaa.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
puoliksi
Lasissa on puoliksi vettä.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
liikaa
Hän on aina työskennellyt liikaa.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
uudelleen
He tapasivat toisensa uudelleen.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
kauan
Minun piti odottaa kauan odotushuoneessa.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
melkein
On melkein keskiyö.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
liikaa
Työ on minulle liikaa.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
kaikki
Täällä voit nähdä kaikki maailman liput.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
pian
Kaupallinen rakennus avataan tänne pian.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
aamulla
Minulla on paljon stressiä töissä aamulla.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
jo
Talo on jo myyty.
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
usein
Tornadoja ei nähdä usein.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.