Woordenlijst

Leer bijwoorden – Pools

cms/adverbs-webp/134906261.webp
już
Dom jest już sprzedany.
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
zawsze
Tutaj zawsze był jezioro.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
w dół
On spada z góry w dół.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
długo
Musiałem długo czekać w poczekalni.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
kiedykolwiek
Czy kiedykolwiek straciłeś wszystkie pieniądze na akcjach?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
cms/adverbs-webp/57758983.webp
na pół
Szklanka jest na pół pusta.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
także
Jej dziewczyna jest także pijana.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
ale
Dom jest mały, ale romantyczny.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
do
Skaczą do wody.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
gdzieś
Królik gdzieś się schował.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
razem
Obaj lubią razem się bawić.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
sam
Spędzam wieczór całkiem sam.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.