Woordenlijst
Leer bijwoorden – Spaans

algo
¡Veo algo interesante!
iets
Ik zie iets interessants!

de nuevo
Se encontraron de nuevo.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.

juntos
Aprendemos juntos en un grupo pequeño.
samen
We leren samen in een kleine groep.

de nuevo
Él escribe todo de nuevo.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

ayer
Llovió mucho ayer.
gisteren
Het regende hard gisteren.

quizás
Quizás ella quiera vivir en otro país.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.

casi
El tanque está casi vacío.
bijna
De tank is bijna leeg.

en cualquier momento
Puedes llamarnos en cualquier momento.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.

allí
El objetivo está allí.
daar
Het doel is daar.

casi
Es casi medianoche.
bijna
Het is bijna middernacht.

correctamente
La palabra no está escrita correctamente.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
