Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/77731267.webp
viel
Ich lese wirklich viel.
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/145489181.webp
vielleicht
Sie will vielleicht in einem anderen Land leben.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
hinaus
Das kranke Kind darf nicht hinaus.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
warum
Kinder wollen wissen, warum alles so ist, wie es ist.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
wieder
Sie haben sich wieder getroffen.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
zusammen
Die beiden spielen gern zusammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nie
Geh nie mit Schuhen ins Bett!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/128130222.webp
miteinander
Wir lernen miteinander in einer kleinen Gruppe.
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
sehr
Das Kind ist sehr hungrig.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
hinein
Sie springen ins Wasser hinein.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
hinüber
Sie will mit dem Roller die Straße hinüber.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
dorthin
Gehen Sie dorthin, dann fragen Sie wieder.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.