Woordenlijst

Leer bijwoorden – Sloveens

cms/adverbs-webp/162590515.webp
dovolj
Hoče spati in ima dovolj hrupa.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
kdaj
Si kdaj izgubil ves svoj denar na borzi?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
cms/adverbs-webp/174985671.webp
skoraj
Rezervoar je skoraj prazen.
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
dol
Skoči dol v vodo.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
pogosto
Tornadev se pogosto ne vidi.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
v
Skočijo v vodo.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
na
Pleza na streho in sedi na njej.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
skupaj
Oba rada igrata skupaj.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
kadarkoli
Lahko nas pokličete kadarkoli.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
ven
Bolni otrok ne sme iti ven.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
nekje
Zajec se je nekje skril.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
tudi
Pes tudi sme sedeti za mizo.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.