Woordenlijst

Leer bijwoorden – Frans

cms/adverbs-webp/155080149.webp
pourquoi
Les enfants veulent savoir pourquoi tout est comme c‘est.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
mais
La maison est petite mais romantique.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
de nouveau
Ils se sont rencontrés de nouveau.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
très
L‘enfant a très faim.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
presque
Le réservoir est presque vide.
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
Le but est là.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
dehors
Nous mangeons dehors aujourd‘hui.
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
hier
Il a beaucoup plu hier.
gisteren
Het regende hard gisteren.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
toute la journée
La mère doit travailler toute la journée.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
encore
Il réécrit tout encore.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
assez
Elle est assez mince.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
presque
Il est presque minuit.
bijna
Het is bijna middernacht.