Woordenlijst

Leer bijwoorden – Frans

cms/adverbs-webp/29021965.webp
pas
Je n‘aime pas le cactus.
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratuitement
L‘énergie solaire est gratuite.
gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
en bas
Il tombe d‘en haut.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
demain
Personne ne sait ce qui sera demain.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
hier
Il a beaucoup plu hier.
gisteren
Het regende hard gisteren.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
dehors
Nous mangeons dehors aujourd‘hui.
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
là-bas
Va là-bas, puis pose à nouveau la question.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
moitié
Le verre est à moitié vide.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
avant
Elle était plus grosse avant qu‘aujourd‘hui.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
trop
Il a toujours trop travaillé.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
plus
Les enfants plus âgés reçoivent plus d‘argent de poche.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
par exemple
Comment trouvez-vous cette couleur, par exemple ?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?