Woordenlijst

Leer bijwoorden – Frans

cms/adverbs-webp/10272391.webp
déjà
Il est déjà endormi.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
ensemble
Nous apprenons ensemble dans un petit groupe.
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
déjà
La maison est déjà vendue.
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
en bas
Elle saute dans l‘eau en bas.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
trop
Le travail devient trop pour moi.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
beaucoup
Je lis effectivement beaucoup.
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
jamais
Ne jamais aller au lit avec des chaussures !
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/135100113.webp
toujours
Il y avait toujours un lac ici.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
la nuit
La lune brille la nuit.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
pas
Je n‘aime pas le cactus.
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
ensemble
Les deux aiment jouer ensemble.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
dehors
Nous mangeons dehors aujourd‘hui.
buiten
We eten vandaag buiten.