Woordenlijst
Leer bijwoorden – Engels (US)
at least
The hairdresser did not cost much at least.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
first
Safety comes first.
eerst
Veiligheid komt eerst.
more
Older children receive more pocket money.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
anytime
You can call us anytime.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
never
One should never give up.
nooit
Men moet nooit opgeven.
outside
We are eating outside today.
buiten
We eten vandaag buiten.
for example
How do you like this color, for example?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
away
He carries the prey away.
weg
Hij draagt de prooi weg.
out
She is coming out of the water.
uit
Ze komt uit het water.
almost
The tank is almost empty.
bijna
De tank is bijna leeg.
too much
He has always worked too much.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.