Woordenlijst

Leer bijwoorden – Slovaaks

cms/adverbs-webp/57457259.webp
von
Choré dieťa nesmie ísť von.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
všetky
Tu môžete vidieť všetky vlajky sveta.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
ale
Dom je malý, ale romantický.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
Dom je už predaný.
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
spolu
Tí dvaja sa radi hrajú spolu.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
prečo
Deti chcú vedieť, prečo je všetko tak, ako je.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
dole
Pádne zhora dole.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/118228277.webp
von
Chcel by sa dostať von z väzenia.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
dosť
Chce spať a má dosť toho hluku.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
trochu
Chcem ešte trochu.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
často
Tornáda sa nevidia často.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
tiež
Jej priateľka je tiež opitá.
ook
Haar vriendin is ook dronken.