Woordenlijst
Leer bijwoorden – Slovaaks

vždy
Tu vždy bol jazero.
altijd
Hier was altijd een meer.

zadarmo
Solárna energia je zadarmo.
gratis
Zonne-energie is gratis.

trochu
Chcem ešte trochu.
een beetje
Ik wil een beetje meer.

tam
Cieľ je tam.
daar
Het doel is daar.

viac
Staršie deti dostávajú viac vreckového.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

teraz
Mám ho teraz zavolať?
nu
Moet ik hem nu bellen?

tam
Choď tam a potom sa znova spýtaj.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

niekde
Králik sa niekde skryl.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

často
Tornáda sa nevidia často.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

dovnútra
Ide dovnútra alebo von?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

tiež
Pes tiež smie sedieť pri stole.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
