Woordenlijst

Leer bijwoorden – Slovaaks

cms/adverbs-webp/38720387.webp
dolu
Skočila dolu do vody.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
dovnútra
Ide dovnútra alebo von?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/12727545.webp
dole
Leží dole na podlahe.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
tiež
Pes tiež smie sedieť pri stole.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
tam
Cieľ je tam.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
viac
Staršie deti dostávajú viac vreckového.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
kedykoľvek
Môžete nám zavolať kedykoľvek.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veľa
Naozaj veľa čítam.
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
správne
Slovo nie je správne napísané.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
tiež
Jej priateľka je tiež opitá.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
zajtra
Nikto nevie, čo bude zajtra.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
takmer
Je takmer polnoc.
bijna
Het is bijna middernacht.