Woordenlijst
Leer bijwoorden – Lets

gandrīz
Es gandrīz trāpīju!
bijna
Ik raakte bijna!

pirmkārt
Drošība nāk pirmā vietā.
eerst
Veiligheid komt eerst.

drīz
Šeit drīz tiks atklāta komercēka.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.

tur
Mērķis ir tur.
daar
Het doel is daar.

atkal
Viņš visu raksta atkal.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.

daudz
Es daudz lasu.
veel
Ik lees inderdaad veel.

pusē
Glāze ir pusē tukša.
half
Het glas is half leeg.

visu dienu
Mātei visu dienu jāstrādā.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

nekad
Nevajadzētu nekad padoties.
nooit
Men moet nooit opgeven.

lejā
Viņš krīt no augšas lejā.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

vismaz
Matu griezums nemaksāja daudz, vismaz.
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
