Woordenlijst
Leer bijwoorden – Lets

nekur
Šie ceļi ved nekur.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

ārā
Viņa nāk ārā no ūdens.
uit
Ze komt uit het water.

visi
Šeit var redzēt visas pasaules karogus.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.

bet
Māja ir maza, bet romantisks.
maar
Het huis is klein maar romantisch.

kaut kur
Zaķis ir paslēpies kaut kur.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

bieži
Tornažus bieži neredz.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

gandrīz
Es gandrīz trāpīju!
bijna
Ik raakte bijna!

pareizi
Vārds nav pareizi uzrakstīts.
correct
Het woord is niet correct gespeld.

kopā
Mēs kopā mācāmies mazā grupā.
samen
We leren samen in een kleine groep.

jau
Māja jau ir pārdota.
al
Het huis is al verkocht.

ārā
Slimam bērnam nav atļauts iet ārā.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
