Woordenlijst

Leer bijwoorden – Esperanto

cms/adverbs-webp/178180190.webp
tie
Iru tie, poste demandu denove.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
vere
Ĉu mi vere povas kredi tion?
echt
Kan ik dat echt geloven?
cms/adverbs-webp/57457259.webp
eksteren
La malsana infano ne rajtas iri eksteren.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
preskaŭ
La rezervujo estas preskaŭ malplena.
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
kune
La du ŝatas ludi kune.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
malsupren
Li falas malsupren de supre.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
nokte
La luno brilas nokte.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ie
Kuniklo kaŝiĝis ie.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
tro
Li ĉiam laboris tro multe.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
multe
Mi multe legas.
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/145489181.webp
eble
Ŝi eble volas loĝi en alia lando.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
sur ĝi
Li grimpas sur la tegmenton kaj sidas sur ĝi.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.