Woordenlijst

Leer bijwoorden – Esperanto

cms/adverbs-webp/162590515.webp
sufiĉe
Ŝi volas dormi kaj sufiĉe da bruo.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
malsupren
Ŝi saltas malsupren en la akvon.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
eksteren
La malsana infano ne rajtas iri eksteren.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
malsupren
Li falas malsupren de supre.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
kune
Ni lernas kune en malgranda grupo.
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
preskaŭ
Estas preskaŭ noktomezo.
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
malsupre
Li kuŝas malsupre sur la planko.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
sufiĉe
Ŝi estas sufiĉe maldika.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
antaŭe
Ŝi estis pli dika antaŭe ol nun.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
ĝuste
La vorto ne estas ĝuste literumita.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
preskaŭ
Mi preskaŭ trafis!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/172832880.webp
tre
La infano estas tre malsata.
erg
Het kind is erg hongerig.