Woordenlijst
Leer bijwoorden – Engels (US)

not
I do not like the cactus.
niet
Ik hou niet van de cactus.

down
She jumps down into the water.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

somewhere
A rabbit has hidden somewhere.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.

already
The house is already sold.
al
Het huis is al verkocht.

all
Here you can see all flags of the world.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.

really
Can I really believe that?
echt
Kan ik dat echt geloven?

tomorrow
No one knows what will be tomorrow.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

out
He would like to get out of prison.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.

for example
How do you like this color, for example?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

also
Her girlfriend is also drunk.
ook
Haar vriendin is ook dronken.

at night
The moon shines at night.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
