Woordenlijst
Leer bijwoorden – Koreaans

이미
그 집은 이미 팔렸습니다.
imi
geu jib-eun imi pallyeossseubnida.
al
Het huis is al verkocht.

자주
토네이도는 자주 볼 수 없습니다.
jaju
toneidoneun jaju bol su eobs-seubnida.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

벌써
그는 벌써 잠들었습니다.
beolsseo
geuneun beolsseo jamdeul-eossseubnida.
al
Hij slaapt al.

밖에서
오늘은 밖에서 식사한다.
bakk-eseo
oneul-eun bakk-eseo sigsahanda.
buiten
We eten vandaag buiten.

예를 들면
이 색깔이 예를 들면 어떻게 생각하십니까?
yeleul deulmyeon
i saegkkal-i yeleul deulmyeon eotteohge saeng-gaghasibnikka?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?

거의
거의 자정이다.
geoui
geoui jajeong-ida.
bijna
Het is bijna middernacht.

저기
저기로 가서 다시 물어봐.
jeogi
jeogilo gaseo dasi mul-eobwa.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.

아래로
그는 위에서 아래로 떨어진다.
alaelo
geuneun wieseo alaelo tteol-eojinda.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

아침에
나는 아침에 일찍 일어나야 한다.
achim-e
naneun achim-e iljjig il-eonaya handa.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.

건너편으로
그녀는 스쿠터로 길을 건너려고 한다.
geonneopyeon-eulo
geunyeoneun seukuteolo gil-eul geonneolyeogo handa.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.

아래로
그녀는 물 속으로 아래로 점프합니다.
alaelo
geunyeoneun mul sog-eulo alaelo jeompeuhabnida.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
