어휘
부사 배우기 – 네덜란드어
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
같게
이 사람들은 다르지만, 같게 낙관적입니다!
niet
Ik hou niet van de cactus.
아니
나는 선인장을 좋아하지 않아요.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
건너편으로
그녀는 스쿠터로 길을 건너려고 한다.
erg
Het kind is erg hongerig.
매우
그 아이는 매우 배고프다.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
아래로
그는 위에서 아래로 떨어진다.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
아마
아마 다른 나라에서 살고 싶을 것이다.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
어디로도
이 길은 어디로도 통하지 않는다.
net
Ze is net wakker geworden.
방금
그녀는 방금 일어났습니다.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
혼자
나는 혼자서 저녁을 즐기고 있다.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
아래로
그녀는 물 속으로 아래로 점프합니다.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
곧
여기에는 곧 상업용 건물이 개장될 것이다.