어휘

부사 배우기 – 네덜란드어

cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
왼쪽에
왼쪽에 배를 볼 수 있습니다.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
멀리
그는 먹이를 멀리 가져갑니다.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
조금
나는 조금 더 원해요.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
이전에
당신은 이전에 주식에서 모든 돈을 잃어본 적이 있나요?
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
지금
지금 그에게 전화해야 합니까?
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
거의
거의 자정이다.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
내일
내일 무슨 일이 일어날지 아무도 모릅니다.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
매우
그 아이는 매우 배고프다.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
저기
저기로 가서 다시 물어봐.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
어디로도
이 길은 어디로도 통하지 않는다.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
밖에서
오늘은 밖에서 식사한다.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
종일
어머니는 종일 일해야 합니다.