어휘
부사 배우기 – 네덜란드어

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
어디로도
이 길은 어디로도 통하지 않는다.

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
내일
내일 무슨 일이 일어날지 아무도 모릅니다.

een beetje
Ik wil een beetje meer.
조금
나는 조금 더 원해요.

net
Ze is net wakker geworden.
방금
그녀는 방금 일어났습니다.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
아래로
그는 위에서 아래로 떨어진다.

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
적어도
미용실은 적어도 별로 비용이 들지 않았습니다.

weg
Hij draagt de prooi weg.
멀리
그는 먹이를 멀리 가져갑니다.

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
자주
토네이도는 자주 볼 수 없습니다.

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
너무 많이
그는 항상 너무 많이 일했습니다.

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
같게
이 사람들은 다르지만, 같게 낙관적입니다!

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
어딘가에
토끼가 어딘가에 숨어 있습니다.
