Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/80929954.webp
mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
beinahe
Ich hätte beinahe getroffen!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/57457259.webp
hinaus
Das kranke Kind darf nicht hinaus.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
zusammen
Die beiden spielen gern zusammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
nicht
Ich mag den Kaktus nicht.
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kann man alle Flaggen der Welt sehen.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
jetzt
Soll ich ihn jetzt anrufen?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Sonnenenergie ist gratis.
gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
außerhalb
Wir essen heute außerhalb im Freien.
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
ziemlich
Sie ist ziemlich schlank.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
herein
Die beiden kommen herein.
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
jederzeit
Sie können uns jederzeit anrufen.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.