Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/80929954.webp
mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/71109632.webp
wirklich
Kann ich das wirklich glauben?
echt
Kan ik dat echt geloven?
cms/adverbs-webp/145489181.webp
vielleicht
Sie will vielleicht in einem anderen Land leben.
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
ziemlich
Sie ist ziemlich schlank.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
irgendwo
Ein Hase hat sich irgendwo versteckt.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ebenfalls
Ihre Freundin ist ebenfalls betrunken.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
immer
Hier war immer ein See.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
sehr
Das Kind ist sehr hungrig.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
bereits
Er ist bereits eingeschlafen.
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
dorthin
Gehen Sie dorthin, dann fragen Sie wieder.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
fort
Er trägt die Beute fort.
weg
Hij draagt de prooi weg.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
unten
Er liegt unten auf dem Boden.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.