Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/77321370.webp
beispielsweise
Wie gefällt Ihnen beispielsweise diese Farbe?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/123249091.webp
zusammen
Die beiden spielen gern zusammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Sonnenenergie ist gratis.
gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
zu viel
Die Arbeit wird mir zu viel.
te veel
Het werk wordt me te veel.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
unten
Er liegt unten auf dem Boden.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
hinaus
Das kranke Kind darf nicht hinaus.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
ganztags
Die Mutter muss ganztags arbeiten.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/166071340.webp
heraus
Sie kommt aus dem Wasser heraus.
uit
Ze komt uit het water.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
darauf
Er klettert aufs Dach und setzt sich darauf.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
gleich
Diese Menschen sind verschieden, aber gleich optimistisch!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
cms/adverbs-webp/80929954.webp
mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
bisschen
Ich will ein bisschen mehr.
een beetje
Ik wil een beetje meer.