Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/176235848.webp
herein
Die beiden kommen herein.
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
allein
Ich genieße den Abend ganz allein.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nirgendwohin
Diese Schienen führen nirgendwohin.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
jetzt
Soll ich ihn jetzt anrufen?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/78163589.webp
beinahe
Ich hätte beinahe getroffen!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/80929954.webp
mehr
Große Kinder bekommen mehr Taschengeld.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
halb
Das Glas ist halb leer.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
rein
Geht er rein oder raus?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genug
Sie will schlafen und hat genug von dem Lärm.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
irgendwo
Ein Hase hat sich irgendwo versteckt.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
richtig
Das Wort ist nicht richtig geschrieben.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
hinab
Sie springt hinab ins Wasser.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.