Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/93260151.webp
nie
Geh nie mit Schuhen ins Bett!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/178180190.webp
dorthin
Gehen Sie dorthin, dann fragen Sie wieder.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
herab
Er stürzt von oben herab.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
rein
Geht er rein oder raus?
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/23708234.webp
richtig
Das Wort ist nicht richtig geschrieben.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
zusammen
Die beiden spielen gern zusammen.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
jemals
Hast du jemals alles Geld mit Aktien verloren?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
cms/adverbs-webp/128130222.webp
miteinander
Wir lernen miteinander in einer kleinen Gruppe.
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
hinein
Sie springen ins Wasser hinein.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
beispielsweise
Wie gefällt Ihnen beispielsweise diese Farbe?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
cms/adverbs-webp/135100113.webp
immer
Hier war immer ein See.
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
niemals
Man darf niemals aufgeben.
nooit
Men moet nooit opgeven.