Woordenlijst

Leer bijwoorden – Afrikaans

cms/adverbs-webp/96228114.webp
nou
Moet ek hom nou bel?
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/138692385.webp
êrens
‘n Haas het êrens weggekruip.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nêrens
Hierdie spore lei na nêrens.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
daarop
Hy klim op die dak en sit daarop.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/166071340.webp
uit
Sy kom uit die water.
uit
Ze komt uit het water.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
gister
Dit het gister hard gereën.
gisteren
Het regende hard gisteren.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Gaan nooit met skoene aan die bed in nie!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/132510111.webp
in die nag
Die maan skyn in die nag.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Die doel is daar.
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
amper
Ek het amper getref!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voorheen
Sy was voorheen vetter as nou.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Sy wil slaap en het genoeg van die geraas.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.