Woordenlijst

Leer bijwoorden – Afrikaans

cms/adverbs-webp/128130222.webp
saam
Ons leer saam in ‘n klein groep.
samen
We leren samen in een kleine groep.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
saam
Die twee speel graag saam.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Gaan daar, dan vra weer.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
amper
Ek het amper getref!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/164633476.webp
weer
Hulle het weer ontmoet.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
af
Hy val van bo af.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerste
Veiligheid kom eerste.
eerst
Veiligheid komt eerst.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Ouer kinders kry meer sakgeld.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
hieronder
Hy lê hieronder op die vloer.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Hulle spring in die water.
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Die huis is klein maar romanties.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
enige tyd
Jy kan ons enige tyd bel.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.