Woordenlijst
Leer bijwoorden – Engels (UK)
anytime
You can call us anytime.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
down
He falls down from above.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
very
The child is very hungry.
erg
Het kind is erg hongerig.
down below
He is lying down on the floor.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
all day
The mother has to work all day.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
why
Children want to know why everything is as it is.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
there
Go there, then ask again.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
together
We learn together in a small group.
samen
We leren samen in een kleine groep.
a little
I want a little more.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
ever
Have you ever lost all your money in stocks?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
out
The sick child is not allowed to go out.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.