Woordenlijst
Leer bijwoorden – Engels (UK)
enough
She wants to sleep and has had enough of the noise.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
out
He would like to get out of prison.
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
but
The house is small but romantic.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
a little
I want a little more.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
also
Her girlfriend is also drunk.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
nowhere
These tracks lead to nowhere.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
together
We learn together in a small group.
samen
We leren samen in een kleine groep.
at night
The moon shines at night.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
more
Older children receive more pocket money.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
too much
He has always worked too much.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
often
Tornadoes are not often seen.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.