Woordenlijst

Leer bijwoorden – Italiaans

cms/adverbs-webp/77731267.webp
molto
Leggo molto infatti.

veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
perché
I bambini vogliono sapere perché tutto è come è.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
da nessuna parte
Questi binari non portano da nessuna parte.

nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
sempre
Qui c‘è sempre stato un lago.

altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
ora
Dovrei chiamarlo ora?

nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/46438183.webp
prima
Era più grassa prima di ora.

voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/71670258.webp
ieri
Ha piovuto forte ieri.

gisteren
Het regende hard gisteren.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
troppo
Ha sempre lavorato troppo.

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
stesso
Queste persone sono diverse, ma ugualmente ottimiste!

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
cms/adverbs-webp/80929954.webp
più
I bambini più grandi ricevono più paghetta.

meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
La meta è là.

daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
giù
Lei salta giù nell‘acqua.

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.