Woordenlijst
Leer bijwoorden – Italiaans

molto
Leggo molto infatti.
veel
Ik lees inderdaad veel.

perché
I bambini vogliono sapere perché tutto è come è.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

da nessuna parte
Questi binari non portano da nessuna parte.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.

sempre
Qui c‘è sempre stato un lago.
altijd
Hier was altijd een meer.

ora
Dovrei chiamarlo ora?
nu
Moet ik hem nu bellen?

prima
Era più grassa prima di ora.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

ieri
Ha piovuto forte ieri.
gisteren
Het regende hard gisteren.

troppo
Ha sempre lavorato troppo.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

stesso
Queste persone sono diverse, ma ugualmente ottimiste!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

più
I bambini più grandi ricevono più paghetta.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.

là
La meta è là.
daar
Het doel is daar.
