Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/59066378.webp
prestare attenzione a
Bisogna prestare attenzione ai segnali del traffico.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/124053323.webp
inviare
Sta inviando una lettera.
sturen
Hij stuurt een brief.
cms/verbs-webp/83776307.webp
trasferirsi
Mio nipote si sta trasferendo.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/118026524.webp
ricevere
Posso ricevere una connessione internet molto veloce.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/109766229.webp
sentire
Lui si sente spesso solo.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/44159270.webp
restituire
L’insegnante restituisce i saggi agli studenti.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
cms/verbs-webp/108014576.webp
rivedere
Finalmente si rivedono.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/116610655.webp
costruire
Quando è stata costruita la Grande Muraglia cinese?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/104135921.webp
entrare
Lui entra nella stanza d’albergo.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/129945570.webp
rispondere
Lei ha risposto con una domanda.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/49853662.webp
scrivere ovunque
Gli artisti hanno scritto su tutta la parete.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/123519156.webp
trascorrere
Lei trascorre tutto il suo tempo libero fuori.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.