Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

sedere
Molte persone sono sedute nella stanza.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.

aiutare
Tutti aiutano a montare la tenda.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

mescolare
Puoi fare un’insalata sana mescolando verdure.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.

ricevere
Ha ricevuto un regalo molto bello.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.

parlare male
I compagni di classe parlano male di lei.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

rimuovere
Come si può rimuovere una macchia di vino rosso?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?

assumere
L’azienda vuole assumere più persone.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

restituire
L’insegnante restituisce i saggi agli studenti.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

cambiare
Il meccanico sta cambiando gli pneumatici.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.

premere
Lui preme il bottone.
drukken
Hij drukt op de knop.

indietreggiare
Presto dovremo indietreggiare di nuovo l’orologio.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
