Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

prestare attenzione a
Bisogna prestare attenzione ai segnali del traffico.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

inviare
Sta inviando una lettera.
sturen
Hij stuurt een brief.

trasferirsi
Mio nipote si sta trasferendo.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

ricevere
Posso ricevere una connessione internet molto veloce.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.

sentire
Lui si sente spesso solo.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

restituire
L’insegnante restituisce i saggi agli studenti.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

rivedere
Finalmente si rivedono.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

costruire
Quando è stata costruita la Grande Muraglia cinese?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

entrare
Lui entra nella stanza d’albergo.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.

rispondere
Lei ha risposto con una domanda.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.

scrivere ovunque
Gli artisti hanno scritto su tutta la parete.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
