Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/115172580.webp
dimostrare
Vuole dimostrare una formula matematica.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/104820474.webp
suonare
La sua voce suona fantastica.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mescolare
Lei mescola un succo di frutta.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/125319888.webp
coprire
Lei copre i suoi capelli.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/100466065.webp
omettere
Puoi omettere lo zucchero nel tè.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/117421852.webp
diventare amici
I due sono diventati amici.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/110401854.webp
trovare alloggio
Abbiamo trovato alloggio in un hotel economico.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.