Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/96668495.webp
stampare
I libri e i giornali vengono stampati.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mescolare
Lei mescola un succo di frutta.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/43956783.webp
scappare
Il nostro gatto è scappato.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/129945570.webp
rispondere
Lei ha risposto con una domanda.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/120655636.webp
aggiornare
Oggi devi costantemente aggiornare le tue conoscenze.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/118485571.webp
fare per
Vogliono fare qualcosa per la loro salute.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/123619164.webp
nuotare
Lei nuota regolarmente.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.