Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/127554899.webp
foretrække
Vores datter læser ikke bøger; hun foretrækker sin telefon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/79404404.webp
behøve
Jeg er tørstig, jeg behøver vand!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
cms/verbs-webp/34567067.webp
søge efter
Politiet søger efter gerningsmanden.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/104818122.webp
reparere
Han ville reparere kablet.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/129235808.webp
lytte
Han kan lide at lytte til sin gravide kones mave.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/55269029.webp
misse
Han missede sømmet og skadede sig selv.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
cms/verbs-webp/118549726.webp
tjekke
Tandlægen tjekker tænderne.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/119289508.webp
beholde
Du kan beholde pengene.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/113316795.webp
logge ind
Du skal logge ind med dit kodeord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/53646818.webp
lukke ind
Det sneede udenfor, og vi lukkede dem ind.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/118588204.webp
vente
Hun venter på bussen.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppe
Kvinden stopper en bil.
stoppen
De vrouw stopt een auto.