Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

styrke
Gymnastik styrker musklerne.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.

foretrække
Mange børn foretrækker slik frem for sunde ting.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

bruge
Hun bruger kosmetiske produkter dagligt.
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.

skubbe
De skubber manden i vandet.
duwen
Ze duwen de man het water in.

flytte ud
Naboerne flytter ud.
verhuizen
De buurman verhuist.

kræve
Mit barnebarn kræver meget af mig.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

rejse sig
Hun kan ikke længere rejse sig selv.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.

bekræfte
Hun kunne bekræfte den gode nyhed til sin mand.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

tillade
Man bør ikke tillade depression.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

gå en tur
Familien går en tur om søndagen.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

føle afsky
Hun føler afsky for edderkopper.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
