Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/46565207.webp
forberede
Hun forberedte ham stor glede.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/90643537.webp
synge
Barna synger en sang.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/1422019.webp
gjenta
Papegøyen min kan gjenta navnet mitt.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/4706191.webp
øve
Kvinnen øver på yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorere
Barnet ignorerer morens ord.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/10206394.webp
tåle
Hun kan knapt tåle smerten!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/33463741.webp
åpne
Kan du åpne denne boksen for meg?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/25599797.webp
spare
Du sparer penger når du senker romtemperaturen.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
cms/verbs-webp/100434930.webp
ende
Ruten ender her.
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/100585293.webp
snu
Du må snu bilen her.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/43100258.webp
møte
Noen ganger møtes de i trappa.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/122470941.webp
sende
Jeg sendte deg en melding.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.