Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/98561398.webp
blande
Maleren blander fargene.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/108350963.webp
berike
Krydder beriker maten vår.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lyve
Noen ganger må man lyve i en nødsituasjon.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/109657074.webp
jage bort
En svane jager bort en annen.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/115628089.webp
forberede
Hun forbereder en kake.
bereiden
Ze bereidt een taart.
cms/verbs-webp/117658590.webp
dø ut
Mange dyr har dødd ut i dag.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/118011740.webp
bygge
Barna bygger et høyt tårn.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/93792533.webp
bety
Hva betyr dette våpenskjoldet på gulvet?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtale
Hun må ofte overtale datteren sin til å spise.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/49374196.webp
avskjedige
Sjefen min har avskjediget meg.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/38753106.webp
snakke
Man bør ikke snakke for høyt i kinoen.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/84476170.webp
kreve
Han krevde kompensasjon fra personen han hadde en ulykke med.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.