Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans

créer
Il a créé un modèle pour la maison.
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.

bouger
C’est sain de bouger beaucoup.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.

enrichir
Les épices enrichissent notre nourriture.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

passer
Elle passe tout son temps libre dehors.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.

diriger
Il aime diriger une équipe.
leiden
Hij leidt graag een team.

tirer
Il tire le traîneau.
trekken
Hij trekt de slee.

emporter
Nous avons emporté un sapin de Noël.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.

fouiller
Le cambrioleur fouille la maison.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

former
Nous formons une bonne équipe ensemble.
vormen
We vormen samen een goed team.

voir clairement
Je vois tout clairement avec mes nouvelles lunettes.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.

publier
La publicité est souvent publiée dans les journaux.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
